Besluit van Z∴Redenaar
Hoe vaak wordt niet de integriteit van maçons publiek in twijfel getrokken?
En welk verweer hebben wij daartegen? Wij die het geheim en de discretie zo hoog in het vaandel dragen. Ten onrechte of terecht.
Wij weten dat Broders en of Zusters wel degelijk betrokken kunnen zijn in affaires en arrangementen die het daglicht niet verdragen, in het klein en in het groot.
Maar publiek kunnen wij ons daar niet tegen verzetten, zo zijn nu eenmaal de regels van het maçonnieke spel. Immers, ieder van ons kan alleen voor zichzelf spreken. We kunnen er wel afstand van nemen, zoals onze werkplaats in het verleden al heeft gedaan.
Precies daarom is het onze plicht die integriteit binnen onze eigen kringen nauwkeurig te monitoren. Dat begint in de eigen werkplaats op de eerste plaats, bij jezelf.
Niet de maçonnieke rechtbank zal uiteindelijk de behoeder zijn van onze integriteit en van onze ethiek. Wel elke Broeder of Zuster, elke dag binnen de context van zijn eigen leven en zijn eigen werkplaats. Het begint in de eerste plaats voor de spiegel, in confrontatie met je opperste rechter: je eigen geweten.
Mildheid voor menselijk falen mag niet ontaarden in laksheid voor het ontsporen van de ‘broederlijke bijstand’. Zogenaamde ‘fraternelles’ waarin bepaalde beroepsgroepen elkaar ontmoeten houden het risico in dat men ‘gesolliciteerd’ wordt, zachtjes meegevoerd wordt naar de grensgebieden van de maçonnieke ethiek. Het is een sterke maçon die aan elke verleiding kan weerstaan.
Wij zijn niet in de eerste plaats vrijmetselaar om elkaar bij te staan, dat is slechts een afgeleide van onze voornaamste doelstelling : ‘het kappen aan je eigen ruwe steen.
Wie bouwt aan de tempel der mensheid zorgt er best voor dat er geen kaduke constructies worden getolereerd. Anders riskeert het zo idealistisch opgezette bouwwerk te verkruimelen tot gruis, dat door de felle wind van de ongenadige tijd zal worden weggeblazen.