Excerpten uit het woordje van Z:.Redenaar na de inwijding

Vandaag zijn wij hier samengekomen om de zitting mee te maken waarin jullie feestelijk worden opgenomen in de leef- en denkwereld van de VM.

(...)

De aard van onze rituelen is uniek, het feit dat wij rituelen gebruiken om onze ideeën te formuleren, om eigen gevoelens en gedachten te ordenen en vorm te geven, is dat natuurlijk niet.

(...)

In ‘De vrolijke atheïst’ schrijft B.: Jean Paul Van Bendegem over de vrijmetselaarssymboliek dat zij polyinterpreteerbaar is. Eén enkele uitleg of verklaring, dat wordt als onmogelijk en onwenselijk beschouwd. Belangrijk is dat jullie de meerwaarde leren inzien van die meervoudigheid.

(...)

Het is de bedoeling dat wij ons in onze werkplaats steeds zien in relatie tot de Ander. Andere mensen zijn geen obstakels voor onze vrijheid, ze zijn zelfs niet alleen onze gelijken met wie we het rooien moeten. Ze zijn veel meer, namelijk de voorwaarden voor ons bestaan, elementen die onontbeerlijk zijn in onze zoektocht naar levenskunst waarbij wij als afzonderlijke individuen steeds opnieuw proberen onszelf vorm te geven en zo ook het leven vorm te geven. Om die levenskunst te bereiken moeten we volgens de Duitse filosoof Wilhelm Schmidt ons best doen om onszelf in een richting te leiden, niet door individualistische arrogantie, maar door een doordachte relatie met onszelf, door hechte relaties met anderen aan te gaan en zo mee te werken aan het inrichten van de maatschappij.

Want in deze werkplaats Diogenes waarvoor jullie gekozen hebben, willen de Broeders en Zusters zich niet terugtrekken uit de maatschappij. Integendeel, wij verwachten van maçons dat ze wakkere, eerlijke en goedbedoelende mensen zijn. Wij komen hier immers samen om achteraf terug de wereld in te gaan met de beste voornemens bezield, met het verlangen ons bestaan zo mooi mogelijk vorm te geven, mee te werken aan de schoonheid van het eigen leven én dat van de anderen. John Dewey spreekt in dit geval over een 'widening the area of shared concerns'.

(...)

Door ons bewust te worden van onze mogelijkheden en limieten proberen we inzicht te krijgen in wie we zijn – een leerproces dat niet altijd vloeiend verloopt, soms hortend of discontinu. Maar vooral als de omstandigheden tegenzitten, kunnen enorme krachten vrijkomen die ons zelfrespect versterken. ‘Pas in de benauwenis licht het schone op’ zegt Schmidt. Een dergelijke positieve arbeid veronderstelt van ons een grote betrokkenheid met de realiteit, een individueel gevecht met weerstand en obstructie. Geestdrift, vastbeslotenheid en beschikbaarheid zijn daarvoor essentieel.

(...)

In het begin zullen jullie misschien bekneld worden door onzekerheid, onwetendheid, door moeilijkheden om beslissingen te nemen, aarzelingen om iets te zeggen of te ondernemen maar denk eraan dat we hier een broederschap vormen die erop gericht is, oprecht, eerlijk en verdraagzaam te zijn. Wij arbeiden weliswaar ieder voor zich naar eigen vermogen, maar tegelijkertijd doen we het samen. De vrijmetselaar is bouwer en bouwsteen tegelijk.

 

Kom niet met de hele waarheid

Kom niet met de hele waarheid,
kom niet met de zee voor mijn dorst,
kom niet met de hemel als ik om licht vraag,

maar kom met een glimp, een dauw, een vleug,
zoals vogels waterdruppels meedragen na het baden
en de wind een korrel zout.

Olav Hauge (1908-1994)