Ik kan ook gelukkig zijn zonder meesters.
Dat bedoelde jonker Walther von Stolzing, nadat hij gedurende drie lange bedrijven alles gedaan heeft om een meesterwerk te maken, nl. een lied dat beantwoordt aan alle regels en regeltjes, interne afspraken en huishoudelijke reglementen van het Meistersingergilde (loge!), en dat het hem moet mogelijk “meester” te worden.
En op hetzelfde eigenste moment waarop hem de meestertitel toegekend wordt, bedenkt hij zich, en ziet een leven zonder meesters best zitten.